Saxofon

Duits

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?

Woordafbreking

• Sa·xo·fon

Zelfstandig naamwoord

Saxofon o

1. (muziekinstrument) saxofoon

   « Das Saxofon gehört zur Familie der Holzblasinstrumente»

   De saxofoon behoort tot de groep van houtblaasinstrumenten.

Verbuiging

	enkelvoud	meervoud
nominatief	das Saxofon	die Saxofone
genitief	des Saxofons	der Saxofone
datief	dem Saxofon	denSaxofonen
accusatief	das Saxofon	die Saxofone

Synoniemen

• Saxophon

Hyperoniemen

• Musikinstrument, Aerofon, Holzblasinstrument, Einfachrohrblattinstrument

Afgeleide begrippen

• Saxofonist, Altsaxofon, Baritonsaxofon, Basssaxofon, Kontrabasssaxofon, Sopransaxofon, Sopraninosaxofon, Soprillosaxofon, Tenorsaxofon

Verwante begrippen

• Klarinette, Oboe