Naar inhoud springen

makron

Uit WikiWoordenboek
Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: macron
1. Vier makrons
  • ma·kron
enkelvoud meervoud
naamwoord makron makrons
makronnen
verkleinwoord makronnetje makronnetjes

de makronm

  1. (voeding) amandelkoekje, bitterkoekje, suikerbroodje[5][6]; koekje bereid uit amandelspijs en eiwit, met naar plaats en tijd verschillende bereidingswijzen[7][8][9], rond 1900 in België en Zuid-Nederland vooral een heel klein meelkoekje op papier vastgebakken,[10] vanaf de twintigste eeuw ook twee zulke koekjes op elkaar met een zachte vulling ertussen, vaak met opvallende kleuren.
    • Deze ouwels waarop een twintigtal kleine makrons waren gebakken, werden nog tot in het eerste kwart van de 20e eeuw verloot op koopdagen. [11]
    • Niet alleen dankzij het eindeloze aanbod van smaken en kleuren, maar ook door het hoge dagelijkse volume kunnen ze als geen ander krokante makrons garanderen die een dagverse, tijdrovende bereiding eisen. [12]
  2. (verouderd) slaaf die vanwege een handicap is afgekeurd[13]
    • Marijn monstert aan als onderchirurgijn op de Eranie van de bekende zeevaarder Jan Erasmus Reyning, waar hij direct een groep makrons te verzorgen krijgt. [14]
  3. (toneel) lange, in één adem uitgesproken zin als specifiek onderdeel van oude klassiek Griekse blijspelen uitgesproken door de koorleider[15]
    • De makron vormt een komische anticlimax met de voorgaande regels. 
48 % van de Nederlanders;
49 % van de Vlamingen.[16]
  1. makron op website: Etymologiebank.nl
  2. Asselijn, T.
    "Echtscheiding van Jan Klaasz en Saartje Jans" in:
    Jager, A. de
    Klassieken der Nederlandsche Letterkunde. Eerste deel (1878) J.B. Wolters, Groningen
    ; p. 367; geraadpleegd 2014-12-19
  3. Balai, L.W.
    Het slavenschip Leusden: over de slaventochten en de ondergang van de Leusden, de leefomstandigheden aan boord van slavenschepen en het einde van het slavenhandelsmonopolie van de WIC, 1720-1738 (2011) Walburg Pers, Zutphen; 9789057307294; p.37
    ; geraadpleegd 2014-12-21
  4. Postma, J.
    The Dutch in the Atlantic Slave Trade, 1600-1815 (2008) Cambridge University Press, Cambridge; ISBN 9780521048248 p. 37
    ; geraadpleegd 2014-12-20
  5. Marin, P.
    Fransch en Nederduitsch Woorden-Boek 4e druk (1762) Jan van Eyl, Amsterdam; p. 670
  6. Marin, P.
    Fransch en Nederduitsch Woorden-Boek 6e druk (1793) Jan van Eyl, Amsterdam; p. II-85
  7. Vivie, J. du
    Het Hollands, of Neederlands kook-boek; onderwysende hoe men alderhande Soorten van Spysen Keurlyk en Smakelyk sal bereiden en gereed maken; soo voor Luiden van Vermoogen, als de Borgerlyke Tafel. (1724) Johannes du Vivie, Leiden p. 156, 160
  8. Chomel, N. e.a.
    Huishoudelyk woordboek, vervattende vele middelen om zyn goed te vermeerderen en zyne gezondheid te behouden. Eerste deel (1743) S. Luchtmans, Leiden; p. 541
  9. Burger, Boer, of Land-Edelman. Algemeen nuttig en noodzaaklyk stad- en land-huishoudkundig woordenboek. Tweede deel 3e druk (1794) W. Holtrop, Amsterdam; pp. 10, 306, 528
  10. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  11. Dezutter, W.P.
    "Makrons en makronkast" in: Biekorf jrg 73. (1972) E. Vercruysse en Zoon, St.-Andries; p. 300
    ; geraadpleegd 2014-12-19
  12. "Ladurée in Antwerpen" op website Dobbit.be; geraadpleegd 2014-12-19
  13. Bosma, N.
    Tochtgenoten. 2e druk (na 1970) G.F. Callenbach, Nijkerk; ISBN 9026645155; p. 36
    ; geraadpleegd 2014-12-19
  14. Rutgers, W.
    De Caraïbische jeugdboeken van Miep Diekmann. ( 1984) Charuba, Oranjestad; ISBN 9025826717; p. 113
    ; geraadpleegd 2014-12-19
  15. Bork, G.J. van, e.a.
    "parabasis" in: Algemeen letterkundig lexicon (2012) site dbnl.org
    ; geraadpleegd 2014-12-19
  16. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be