metropool
Uiterlijk
- me·tro·pool
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘wereldstad’ voor het eerst aangetroffen in 1669 [1]
- afgeleid van het Franse métropole [2] [3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | metropool | metropolen |
verkleinwoord | metropooltje | metropooltjes |
1. wereldstad
- Het woord metropool staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "metropool" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[5] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "metropool" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Wiktionnaire
- ↑ metropool op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be