mijten

Nederlands

huisstofmijt

Uitspraak

• Geluid:  mijten    (hulp, bestand)

• (IPA in voorbereiding)

Woordafbreking

• mij·ten

Woordherkomst en -opbouw

•  mijt zn  met de uitgang -en

	enkelvoud	meervoud
naamwoord		mijten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de mijten mv

1. meervoud van het zelfstandig naamwoord mijt
2. meervoudsvorm als officiële benaming (spinachtigen) Acariformes  een superorde van kleine geleedpotigen met een lichaam dat niet duidelijk in twee (zoals bij spinnen) of drie (zoals bij insecten) geledingen is gedeeld. Samen met de teken vormen ze de orde Acarina (vroeger: Acari ). Men onderscheidt 546 families met meer dan 45.000 soorten, waarvan er circa 2500 in het water leven en 10.000 parasitair zijn. Men schat dat het grootste deel van de mijtensoorten nog niet wetenschappelijk beschreven is. Ze verschillen in lichaamsvormen en leefwijze soms sterk van elkaar

Hyperoniemen

• [2] spinachtigen, gifkaakdragers, geleedpotigen, dieren

Hyponiemen (in taxonomische zin)

• [2] fluweelmijten, schurftmijten, spintmijten
• [2] beukenbladrolmijt, beukenbladviltmijt, blinde hoornmijt, bloemkoolgal, druivenmijt, duindoornmijt, elzennerfhoekmijt, elzenviltmijt, elzenwratmijt, esdoornhoornmijt, esdoornknobbelmijt, esdoornnerfhoekmijt, esdoornviltmijt, groene berkenbladmijt, haagbeuknerfhoekmijt, haarfollikelmijt, huisstofmijt, iepenknobbelmijt, lijsterbespokmijt, meidoornviltmijt, okkernootviltmijt, oogstmijt, oormijt, populierenviltmijt, pruimenhoorntjesmijt, schietwilgbladrandmijt, schietwilgwratmijt, schilfermijt, sleedoornmijt, Spaanse aakknobbelmijt, steekmijt, vlierbladmijt

Verwante begrippen

• roofmijten
• roofmijt, spintmijt, varroamijt, vogelluismijt

Hyponiemen

• opmijten

Afgeleide begrippen

• mijtenblindwants, mijtenkoorts, mijter, mijterig, mijtster, mijtziekte, vermijten

Gangbaarheid

• Het woord mijten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "mijten" herkend door:

88 %	van de Nederlanders;
83 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.