autorka

Tsjechisch

Uitspraak

• IPA: /aʊ̯tɔrka/

Woordafbreking

• au·tor·ka

Woordherkomst en -opbouw

• Afgeleid van het zelfstandig naamwoord autor met het achtervoegsel -ka

Zelfstandig naamwoord

autorka v

1. (beroep) (vrouwelijke) auteur

Verbuiging

	enkelvoud	meervoud
nominatief	autorka	autorky
genitief	autorky	autorek
datief	autorce	autorkám
accusatief	autorku	autorky
vocatief	autorko	autorky
locatief	autorce	autorkách
instrumentalis	autorkou	autorkami

Afgeleide begrippen

• autorčin
• spoluautorka v

Verwante begrippen

autorsky (bw.) autorský autorství o autorův

autůrek m bezield spoluautor m bezield spoluautorství o

Verwijzingen

• Internetová jazyková příručka - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
• Slovník spisovného jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.