buitenplaats
Uiterlijk
- bui·ten·plaats
- samenstelling van buiten en plaats
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | buitenplaats | buitenplaatsen |
verkleinwoord | buitenplaatsje | buitenplaatsjes |
- grote huizen waar rijke mensen uit de stad vooral in de zomer wonen, die men ook wel hofstede of landhuis noemt
- Aan de Vecht liggen veel prachtige buitenplaatsen.
- Het woord buitenplaats staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "buitenplaats" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be