bord
Uiterlijk
- Geluid: bord (hulp, bestand)
- IPA: / bɔrt / (1 lettergreep)
- (Noord-Nederland): /bɔrt/
- (Vlaanderen, Brabant): /bɔrt/
- (Limburg): /bɔRd/
- bord
- In de betekenis van ‘schaal, plank’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1138 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bord | borden |
verkleinwoord | bordje | bordjes |
het bord o
- (huishouden) een schijfvormig voorwerp dat wordt gebruikt om voedsel van te eten
- Omdat het eten zo lekker was schepte hij zijn bord nog eens vol.
- ▸ Door het tijdsverschil kwam het er dikwijls op neer dat ik ’s ochtends belde en met mijn neus in het avondeten van de familie viel. De laptop werd dan tussen de borden spaghetti opengeklapt zodat ik de opgetogen gezichten van mijn kinderen kon zien.[2]
- (communicatie) (transport) een vlak voorwerp waarop een voor veel mensen bedoelde tekst of teken is gezet, bijv. in het verkeer
- ▸ Het viel mij best tegen toen ik een bord zag waarop mile 1 stond. Ik had het idee al uren te hebben gelopen, maar ik bleek pas 1 mijl, oftewel 1,6 kilometer, in de benen te hebben. Mentaal was het nogal omschakelen van kilometers naar mijlen.[2]
- Tijdens de demonstratie hielden mensen borden omhoog met teksten tegen dierproeven.
- ▸ Het viel mij best tegen toen ik een bord zag waarop mile 1 stond. Ik had het idee al uren te hebben gelopen, maar ik bleek pas 1 mijl, oftewel 1,6 kilometer, in de benen te hebben. Mentaal was het nogal omschakelen van kilometers naar mijlen.[2]
- (spel) vlak voorwerp (vaak van hout) gemaakt om daarop een bepaald spel te spelen; deze spelen noemt men dan ook bordspelen
- Een geslagen stuk wordt van het bord verwijderd.
- Een bord voor de kop hebben
Ongegeneerd zijn eigen gang, zonder rekening te houden met de gevolgen voor anderen
- Iets op je brood / bord krijgen
Ergens van beschuldigd worden; de verantwoordelijkheid voor iets toegeschoven krijgen
[1] Schijfvormig voorwerp
|
|
2. Vlak voorwerp aan een muur
|
|
- Het woord bord staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bord" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "bord" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ 2,0 2,1 Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- bord
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bord | borde |
bord o
- bord, schijfvormig voorwerp dat wordt gebruikt om voedsel van te eten.
- bord, groot vlak voorwerp dat meestal aan een muur hangt en waarop voor vele mensen bedoelde tekst of dergelijke kan worden gezet.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
bord o
enkelvoud | meervoud |
---|---|
bord | bords |
bord m
bord
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- bord in: Det Danske Sprog- og LitteraturselskabDen Dankse Ordbog op website:ordnet.dk
- IPA: /bˠoːɾˠd̪ˠ/
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | bord | boird |
genitief | boird | bord |
bord m
bord
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
bord
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
bord
- bord; een schijfvormig voorwerp dat wordt gebruikt om voedsel van te eten
- bord
Naar frequentie | 1699 |
---|
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | bord | bordet | bord | borden |
genitief | bords | bordets | bords | bordens |
bord, o
- (meubel) tafel
- (scheepvaart) boord (het dek van een schip)
- [1]: möblemang
|
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
bord
- nominatief onbepaald onzijdig meervoud van bord
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 4
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 1 lettergreep in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Huishouden in het Nederlands
- Communicatie in het Nederlands
- Transport in het Nederlands
- Spel in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %
- Woorden in het Afrikaans
- Woorden in het Afrikaans met audioweergave
- Zelfstandig naamwoord in het Afrikaans
- Woorden in het Angelsaksisch
- Zelfstandig naamwoord in het Angelsaksisch
- Woorden in het Catalaans
- Zelfstandig naamwoord in het Catalaans
- Woorden in het Deens
- Woorden in het Deens van lengte 4
- Woorden in het Deens met audioweergave
- Zelfstandig naamwoord in het Deens
- Woorden in het Iers
- Woorden in het Iers met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Iers
- Woorden in het Noors
- Woorden in het Noors van lengte 4
- Woorden in het Noors met audioweergave
- Zelfstandig naamwoord in het Noors
- Woorden in het Nynorsk
- Woorden in het Nynorsk van lengte 4
- Woorden in het Nynorsk met audioweergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nynorsk
- Woorden in het Veluws
- Zelfstandig naamwoord in het Veluws
- Woorden in het Zweeds
- Woorden in het Zweeds van lengte 4
- Woorden in het Zweeds met audioweergave
- Zelfstandig naamwoord in het Zweeds
- Meubel in het Zweeds
- Scheepvaart in het Zweeds
- Zelfstandignaamwoordsvorm in het Zweeds