des-

Nederlands

Huidig bestand
9

Woordherkomst en -opbouw

• uit het Frans

Voorvoegsel

des-

• ongebruikelijke variant van dis- en de-

Hyponiemen

   

desactiveren desadaptatie desaggregatie desagreatie desagregatie desambigueren desapproberen desappropriatie desarmeren desassimilatie desastreus desaveu desespereren desillusie desillusioneren desinfectans desinfectie desinflatie desinsectie desintegratie desintegrator desintegreren desinteresse desobstructie desodorisatie desodoriseren desorganisatie desorganiseren desoriëntatie

Spaans

Voorvoegsel

des-

1. on-, maakt van een bijvoeglijk naamwoord het tegenovergstelde

   «obediente → desobediente»

   gehoorzaam → ongehoorzaam

2. ont-, maakt van een werkwoord het tegenovergestelde of het beëindigen van de werking

   «congelar → descongelar»

   bevriezen → ontdooien