Naar inhoud springen

futura

Uit WikiWoordenboek
  • fu·tu·ra

de futuramv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord futurum


futūra

  1. nominatief onzijdig meervoud van futūrum
  2. accusatief onzijdig meervoud van futūrum


futura

  1. vrouwelijk enkelvoud van futuro


  • IPA: /fʊtuːra/
  • fu·tu·ra

futura

  1. genitief enkelvoud van futurum
  2. nominatief meervoud van futurum
  3. accusatief meervoud van futurum
  4. vocatief meervoud van futurum