futura
Uiterlijk
- fu·tu·ra
de futura mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord futurum
- Het woord futura staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
futūra
futura
- vrouwelijk enkelvoud van futuro
- IPA: /fʊtuːra/
- fu·tu·ra
futura
- genitief enkelvoud van futurum
- nominatief meervoud van futurum
- accusatief meervoud van futurum
- vocatief meervoud van futurum
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 6
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandignaamwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Woorden in het Latijn
- Zelfstandignaamwoordsvorm in het Latijn
- Woorden in het Spaans
- Woorden in het Spaans van lengte 6
- Bijvoeglijknaamwoordsvorm in het Spaans
- Woorden in het Tsjechisch
- Woorden in het Tsjechisch met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Tsjechisch
- Zelfstandignaamwoordsvorm in het Tsjechisch