gulpen

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  gulpen    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈɣʏlpə(n) / (2 lettergrepen)

Woordafbreking

• gul·pen

Woordherkomst en -opbouw

• ww: afgeleid met het achtervoegsel -en van  gulp zn  "dikke straal"
• zn:  gulp zn  met de uitgang -en

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd	voltooid deelwoord
gulpen	gulpte	gegulpt
zwak -t	volledig

Werkwoord

gulpen

1. overgankelijk met grote slokken drinken
2. ergatief in grote hoeveelheden stromen

Synoniemen

• [2] gutsen, vloeien, stromen, klotsen

Zelfstandig naamwoord

de gulpen mv

1. meervoud van het zelfstandig naamwoord gulp

Gangbaarheid

• Het woord gulpen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gulpen" herkend door:

95 %	van de Nederlanders;
83 %	van de Vlamingen.