Naar inhoud springen

glij

Uit WikiWoordenboek
  • glij
vervoeging van
glijden

glij

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van glijden
    • Ik glij. 
  2. gebiedende wijs van glijden
    • Glij! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van glijden
    • Glij je?