hörtelefon

Niet te verwarren met: hoortelefoon

Zweeds

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
• IPA: / hœː.teleˈfoːn /

Woordafbreking

• hör·tele·fon

Woordherkomst en -opbouw

• Samenstelling van de stam "hör" van het Zweedse werkwoord höra en het Zweedse zelfstandige naamwoord telefon met het voorvoegsel tele-
• Verwant met het Nederlandse zelfstandige naamwoord hoortelefon

Naar frequentie	zeldzaam

	enkelvoud		meervoud
	onbepaald	bepaald	onbepaald	bepaald
nominatief	hörtelefon	hörtelefonen	hörtelefoner	hörtelefonerna
genitief	hörtelefons	hörtelefonens	hörtelefoners	hörtelefonernas

Zelfstandig naamwoord

hörtelefon, g

1. (elektrotechniek) hoofdtelefoon, koptelefoon, oortelefoon

Hyperoniemen

• hörlur

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie. (Zweeds)