Naar inhoud springen

kalkoen

Uit WikiWoordenboek
Een mannelijke wilde kalkoen tijdens het paarseizoen
  • kal·koen
  • (verkorting) van "kalkoense haan", dat verwijst naar "Calcoen" als toenmalige benaming voor de havenstad Kozhikode op Wikipedia (nl) in het zuidwesten van India, in de betekenis van ‘hoendervogel’ voor het eerst aangetroffen in 1551 [1] [2] [3]
enkelvoud meervoud
naamwoord kalkoen kalkoenen
verkleinwoord kalkoentje kalkoentjes

de kalkoenm

  1. (hoendervogels) (landbouw) bepaald soort gedomesticeerde vogel, Meleagris gallopavo op Wikispecies
  2. (voeding) vlees van de hoendervogels Meleagris gallopavo op Wikispecies, traditioneel vaak rond Kerstmis gegeten
100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[4]