kantra
Uiterlijk
- kant·ra
Naar frequentie | 145690 |
---|
stellend | vergrotend | overtreffend | ||
---|---|---|---|---|
onbepaald (sterk) |
m/v enkelvoud | kantra | ||
o enkelvoud | kantra | |||
meervoud | kantra | |||
bepaald (zwak) |
enkelvoud en meervoud |
kantra |
kantra
kantra
- [1-2]: kantret
- kant·ra
stellend | vergrotend | overtreffend | ||
---|---|---|---|---|
onbepaald (sterk) |
m/v enkelvoud | kantra | ||
o enkelvoud | kantra | |||
meervoud | kantra | |||
bepaald (zwak) |
enkelvoud en meervoud |
kantra |
kantra
- gekenterd, gekapseizd, omgeslagen
- «Dei klamra seg fast til den kantra båten.»
- Ze klampten zich vast aan de omgeslagen boot.
- «Dei klamra seg fast til den kantra båten.»
kantra
- onbepaalde wijs, tweede vorm naast kantre, zie aldaar
kantra
kantra
- gebiedende wijs van spara
kantra
kantra
- gebiedende wijs van spare
Categorieën:
- Woorden in het Noors
- Woorden in het Noors van lengte 6
- Woorden in het Noors met audioweergave
- Woorden in het Noors met IPA-weergave
- Bijvoeglijk naamwoord in het Noors
- Werkwoordsvorm in het Noors
- Woorden in het Nynorsk
- Woorden in het Nynorsk van lengte 6
- Woorden in het Nynorsk met audioweergave
- Woorden in het Nynorsk met IPA-weergave
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nynorsk
- Werkwoord in het Nynorsk
- Werkwoordsvorm in het Nynorsk