koorde
Uiterlijk
- koor·de
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘rechte verbindingslijn van twee punten op een cirkel’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1847 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | koorde | koorden |
verkleinwoord | koordetje | koordetjes |
- (wiskunde) een rechte die twee punten van een cirkel of een kromme verbindt
- In een cirkel is de lengte van een koorde het grootst, als hij samenvalt met de middellijn.
1. rechte tussen twee cirkelpunten
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord koorde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.