kruimel
Uiterlijk
- krui·mel
- In de betekenis van ‘broodkorreltje’ voor het eerst aangetroffen in 1526 [1]
- afgeleid van kruim met het achtervoegsel -el [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kruimel | kruimels |
verkleinwoord | kruimeltje | kruimeltjes |
de kruimel m
- klein afgebroken stukje van brood, koek, beschuit of ander voedsel
- ▸ Jetfighter veegde de kruimels van haar shirt, deed haar zware rugzak weer om en vertrok in haar onnavolgbare snelle tempo.[3]
vervoeging van |
---|
kruimelen |
kruimel
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kruimelen
- Ik kruimel.
- gebiedende wijs van kruimelen
- Kruimel!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kruimelen
- Kruimel je?
- Het woord kruimel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kruimel" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ "kruimel" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ kruimel op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Achtervoegsel -el in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %