pothoed

Nederlands

pothoed met brede rand

Uitspraak

• Geluid:  pothoed    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• pot·hoed

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  pot zn  en  hoed zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	pothoed	pothoeden
verkleinwoord	pothoedje	pothoedjes

Zelfstandig naamwoord

de pothoed m

1. (hoofddeksel) kleine bolle hoed voor vrouwen

   ▸ In plaats van een letterlijke interpretatie van reggae vertaalde de Amerikaan, die dit jaar dertig jaar zijn eigen merk runt, rasta klassiekers naar nu. De befaamde gehaakte petten in de kleuren geel groen en rood, werden pothoeden met roze, groene, blauwe en witte strepen.

   ▸ In de jaren twintig had je de pothoed die je net boven de ogen droeg, later verscheen het kleine dopje in het modebeeld.

Synoniemen

• bolhoed

Gangbaarheid

• Het woord pothoed staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "pothoed" herkend door:

55 %	van de Nederlanders;
51 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.