regres
Uiterlijk
- re·gres
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | regres | |
verkleinwoord |
het regres o
- (juridisch) recht op terugbetaling of schadeloosstelling
- ▸ Een groter knelpunt is een eventuele voorschotregeling. Onder meer minister van Justitie Koen Geens (CD&V) opperde al dat het Fonds voor Financiële Hulp aan Slachtoffers van Opzettelijke Gewelddaden, via de gelijknamige commissie, beter zou voorschieten ‘en in regres terugvorderen via de verzekeraars’(DS 20 maart).[3]
- regresrecht, regreskosten, regresplicht, regresschuldenaar, regressom, regresvergoeding, regresvordering
1. de gemaakte kosten of de geleden schade kunnen verhalen op iemand anders
- Het woord regres staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "regres" herkend door:
49 % | van de Nederlanders; |
45 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ regres op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Marjan Justaert“Statuut voor slachtoffers terreur eindelijk in zicht” (26/04/2017), De Standaard
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be