stutter
Uiterlijk
- stut·ter
- naamwoord van handeling van stutten met het achtervoegsel -er[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | stutter | stutters |
verkleinwoord | stuttertje | stuttertjes |
de stutter m
- iets of iemand die iets ondersteunt of overeind houdt
1. iets of iemand die iets ondersteunt of overeind houdt
- Het woord 'stutter' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "stutter" herkend door:
61 % | van de Nederlanders; |
68 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be