tête
Uiterlijk
enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|
zonder lidwoord | met lidwoord | zonder lidwoord | met lidwoord |
tête | la tête | têtes | les têtes |
tête v
- (anatomie) hoofd
- (spreektaal) verstand, kop, hoofd
- «Ça va pas la tête?»
- Ben je wel goed bij je hoofd? [1]
- «Ça va pas la tête?»
- coûter les yeux de la têtepeperduur zijn (letterlijk: de ogen uit het hoofd kosten)