volksverzekering
Uiterlijk
- Geluid: volksverzekering (hulp, bestand)
- IPA: /'vɔlksfərzekərɪŋ/
- volks·ver·ze·ke·ring
- samenstelling van volk zn en verzekering zn met het invoegsel -s- [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | volksverzekering | volksverzekeringen |
verkleinwoord |
de volksverzekering v
- een verplichte, publiekrechtelijke verzekering voor iedere natuurlijke persoon die legaal ingezetene van Nederland is
- Dit is Nederland ten voeten uitDe ’gewone normale Nederlander’, de heer van Eck (73 jaar), wordt twee procent, oftewel 15 euro per maand gekort op zijn aow-uitkering omdat zijn werkgever in 1966 verzuimde de premie volksverzekering te betalen.[2]
- Verder veronderstellen velen dat academici en hbo’ers financieel meer bijdragen aan de oudedagsvoorziening dan lager opgeleiden. „Hoogopgeleiden dragen meer bij via belastingen, en wel via de premie volksverzekeringen.”[3]
1.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord volksverzekering staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ de Telegraaf 13 nov. 2017
- ↑ de Telegraaf RENÉ VAN ZWIETEN 28 sep. 2017