weekplaats
Uiterlijk
- Geluid: weekplaats (hulp, bestand)
- week·plaats
- samenstelling van week ww en plaats [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | weekplaats | weekplaatsen |
verkleinwoord | weekplaatsje | weekplaatsjes |
- plaats waar iets (bijv. hennep of vlas) geweekt wordt
- Het woord 'weekplaats' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.