windsurfte
Uiterlijk
- Geluid: windsurfte (hulp, bestand)
- wind·surf·te
vervoeging van |
---|
windsurfen |
windsurfte
- enkelvoud verleden tijd van windsurfen
- Ik windsurfte.
- Jij windsurfte.
- Hij, zij, het windsurfte.
- Ik windsurfte.
- Het woord windsurfte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.