Naar inhoud springen

wolk

Uit WikiWoordenboek
Ci=cirrus, Cs=cirrostratus, Cc=cirrocumulus, As=altostratus, Ac=altocumulus, Ns=nimbostratus, Cb=cumulonimbus, Cu=cumulus, Sc=stratocumulus, St=stratus
  • wolk
enkelvoud meervoud
naamwoord wolk wolken
verkleinwoord wolkje wolkjes

de wolkv / m

  1. (meteorologie) samenhangende verzameling van merendeels zwevende waterdruppeltjes
     Toen ik de gigantische muur inktzwarte wolken op me af zag komen barstte ik in tranen uit.[4]
     We hadden enorm veel geluk omdat er die avond een volle maan scheen en er geen wolkje aan de lucht was.[4]
  2. (figuurlijk) in een ~ van: toonbeeld van blakende gezondheid (tegenwoordig m.n. gezegd van borelingen) [5]
     Niet één, maar twee keer een wolk van een baby: GTST-acteur Ferri Somogyi is vader geworden van een tweeling.[6]
  • Er was geen wolkje aan de lucht
Er was geen enkele aanwijzing dat er iets ernstigs zou kunnen gebeuren
  • Achter de wolken schijnt de zon
Een vervelende situatie heeft ook altijd wel iets goeds in zich/is maar tijdelijk
  • Op een roze wolk zijn, zitten
zeer gelukkig of verliefd zijn.
  • Een jongen als een wolk
Stoett-2603 [7]
99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[8]