нос
Uiterlijk
- IPA: /nɔs/
нос m
- Latijnse transcriptie: nos
- IPA: /nos/
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | но́с | носы́ |
genitief | но́са | носо́в |
datief | но́су | носа́м |
accusatief | но́с | носо́в |
instrumentalis | но́сом | носа́ми |
locatief | о но́се в/на носу́ |
носа́х |
нос m
- (anatomie) neus
- «У него демоническое лицо с выдающимся подбородком и длинным носом. [1]»
- Hij heeft een duivels gezicht met een vooruitstekende kin en een lange neus.
- «У него демоническое лицо с выдающимся подбородком и длинным носом. [1]»
- ↑ Юрий Олеша, «В цирке», 1928 г - Joeri Olesja, "In het circus" 1928
Categorieën:
- Woorden in het Bulgaars
- Woorden in het Bulgaars met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Bulgaars
- Anatomie in het Bulgaars
- Woorden in het Bulgaars met Latijns-weergave
- Woorden in het Russisch
- Woorden in het Russisch van lengte 3
- Woorden in het Russisch met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Russisch
- Anatomie in het Russisch