Naar inhoud springen

stadhuis

Uit WikiWoordenboek
Versie door Snorrebot (overleg | bijdragen) op 16 mrt 2024 om 20:09 (top: lidwoord voor trefwoord, doorloop 1.1)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
  • stad·huis
enkelvoud meervoud
naamwoord stadhuis stadhuizen
verkleinwoord stadhuisje stadhuisjes

het stadhuiso

  1. een gebouw waar de stadsdiensten gehuisvest zijn
    • Veel mensen trouwen in het stadhuis. 
98 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be