marde
Uiterlijk
- mar·de
vervoeging van |
---|
marren |
marde
- enkelvoud verleden tijd van marren
- Ik marde.
- Jij marde.
- Hij, zij, het marde.
- Ik marde.
- Het woord marde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Frans-Canadese variant van merde.
marde v
- schijt, poep
- (spreektaal) (figuurlijk) dat wat waardeloos is, troep
- (spreektaal) (figuurlijk) een waardeloos persoon
- (informeel) (figuurlijk) drugs, shit
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 5
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Woorden in het Frans
- Woorden in het Frans van lengte 5
- Woorden in het Frans met audioweergave
- Woorden in het Frans met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Frans
- Spreektaal in het Frans
- Figuurlijk in het Frans
- Informeel in het Frans