neven
Uiterlijk
- Geluid: neven (hulp, bestand)
- IPA: / ˈnevə(n) / (2 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˈnevə(n)/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˈnevə(n)/
- ne·ven
- van Middelnederlands neven, in de betekenis van ‘voorzetsel’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1267 [1] [2] [3]
Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie vz.
neven
- (palindroom) (Limburg) naast
- De kerk staat neven het postkantoor.
de neven mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord neef
- Het woord neven staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "neven" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ neven op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "neven" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 5
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Niet met deze vorm in Woordenlijst Nederlandse Taal
- Voorzetsel in het Nederlands
- Palindroom in het Nederlands
- Zelfstandignaamwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 98 %
- Prevalentie Vlaanderen 97 %