ontwateringstocht
Uiterlijk
- ont·wa·te·rings·tocht
- samenstelling van ontwatering zn en tocht zn met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ontwateringstocht | ontwateringstochten |
verkleinwoord | ontwateringstochtje | ontwateringstochtjes |
de ontwateringstocht m
- (waterbeheer) een sloot die gegraven is in het kader van de drooglegging van een bepaald gebied
- We hadden ook een keer een stagiair uit Egypte. Die moest met de opraapwagen gras ophalen. Op een zeker moment kwam hij lopend naar huis toe. Aan het einde van het land is een diepe tocht, een ontwateringstocht. Daar was hij met de trekker en oplaadwagen in gereden. Of ik met een tweede trekker wilde komen om hem eruit te halen. Ik zag hier bij huis nog maar een klein stukje van die opraapwagen. Die trekker zat gewoon onderin die tocht! Met zo’n lichte, kleine tweede trekker kon je dat er gewoon niet uithalen. Daar moest een kraan bij komen, of een grote trekker. [1]
- Het woord 'ontwateringstocht' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ https://vooruitboeren.mijnstadmijndorp.nl/verhalen/jan-maat-we-hadden-soms-wel-drie-stagiairs-tegelijk geraadpleegd 2017/november/21