bouwwerf
Uiterlijk
- bouw·werf
- samenstelling van bouw ww en werf zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bouwwerf | bouwwerven |
verkleinwoord | bouwwerfje | bouwwerfjes |
- terrein met een gebouw in aanbouw
- Het woord bouwwerf staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bouwwerf" herkend door:
93 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 of 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 93 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %