bouworde

Niet te verwarren met: Bouworde

Nederlands

Dorische bouworde

Uitspraak

• Geluid:  bouworde    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• bouw·or·de

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  bouw zn  en  orde zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	bouworde	bouwordes bouworden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de bouworde v / m

1. (bouwkunde) (klassieke) manier van van bouwen en decoreren

Synoniemen

• bouwstijl, bouwtrant, architectuurstijl

Gangbaarheid

• Het woord bouworde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.