carneool
Uiterlijk
- car·ne·ool
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | carneool | carneolen |
verkleinwoord | carneooltje | carneooltjes |
de carneool m
- (mineraal) een vlees- tot bruinrode, doorschijnende tot ondoorzichtige chalcedoonvariëteit behorend tot de kwartsen
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord carneool staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.