dagwacht
Uiterlijk
- dag·wacht
- samenstelling van dag zn en wacht zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dagwacht | dagwachten |
verkleinwoord | - | - |
dagwacht [1]
- wacht bij dag
- persoon die wacht houdt bij dag
- (scheepvaart) eerste wacht na de nacht
- Het woord dagwacht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.