dansa

Catalaans

enkelvoud	meervoud
dansa	danses

Zelfstandig naamwoord

dansa v

1. dans

Synoniemen

• ball

Verwante begrippen

• dansar

Faeröers

Werkwoord

dansa

1. dansen

Frans

Werkwoord

vervoeging van
danser

dansa

1. derde persoon enkelvoud verleden tijd (passé simple) van danser

IJslands

Werkwoord

dansa

1. dansen

Indonesisch

Woordafbreking

• dan·sa

Woordherkomst en -opbouw

• van het Nederlandse dansen, het is een van de Indonesische woorden van Nederlandse oorsprong

Zelfstandig naamwoord

dansa

1. dans, dansen op westerse wijze, als regel door gemengde dansparen met begeleidende muziek

   «Dansa adalah kegiatan yang membutuhkan pasangan.»

   Dansen is een bezigheid waarvoor een partner nodig is.

Afgeleide begrippen

• berdansa, dansa-dansi, pedansa

Roemeens

Werkwoord

dansa

1. dansen

Turks

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?

Woordafbreking

• dan·sa

Naar frequentie	5703

Zelfstandig naamwoord

dansa

1. datief enkelvoud van dans

Zweeds

Uitspraak

• Geluid:  dansa    (hulp, bestand)

Werkwoord

dansa

1. dansen