djellaba
Uiterlijk
- djel·la·ba
- Leenwoord uit het Arabisch, in de betekenis van ‘gewaad van mannen in de Maghrib’ voor het eerst aangetroffen in 1996 [1]
- uit het Arabisch [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | djellaba | djellaba's |
verkleinwoord |
de djellaba m
- een lang, losvallend gewaad met lange mouwen en vaak een soort capuchon, met name gedragen door Marokkanen
- De buurtbewoners hebben weinig vragen, ze hebben wel veel te vertellen. Een (witte) docent van een basisschool begint opgewekt: „Ik zie hier homo’s en Marokkanen die elkaar de hand schudden.” Zelf heeft hij geleerd om in het Arabisch te groeten en daar is hij trots op. Maar zijn leerlingen spreken alleen in de klas Nederlands. Een man in een djellaba zegt: „Is deze wijk Nederland? Als ik op straat om me heen kijk, weet ik niet in wat voor land ik woon.”[3]
- Het woord djellaba staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "djellaba" herkend door:
56 % | van de Nederlanders; |
56 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "djellaba" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ djellaba op website: Etymologiebank.nl
- ↑ NRC Petra de Koning 9 december 2016
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be