Naar inhoud springen

donna

Uit WikiWoordenboek
Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: Donna


  • don·na
enkelvoud meervoud
naamwoord donna donna's
verkleinwoord - -

de donnav

  1. respectvolle aanduiding voor een vrouw
    • Nee, hij had geen loopjongen gezien: niet van 'n kruidenier en niet van andere winkeliers, niet van de slager en niet van de bakker. En toch had donna Manuela hem gezien, heel goed gezien, terwijl hij de gang uit rende, achter de dief aan. [3]
  • la donna è mobile
    de vrouw is wispelturig (aria uit Rigoletto op Wikipedia (nl))
67 % van de Nederlanders;
74 % van de Vlamingen.[4]


vervoeging van
donner

donna

  1. derde persoon enkelvoud verleden tijd (passé simple) van donner


  • don·na
enkelvoud meervoud
donna donne

donna v

  1. (biologie) vrouw
  2. (schaak) koningin, dame
  3. (kaartspel) koningin, dame, vrouw