Naar inhoud springen

gebonden

Uit WikiWoordenboek
  • ge·bon·den
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen gebonden gebondener gebondenst
verbogen - - gebondenste
partitief gebondens gebondeners -

gebonden [1]

  1. beperkt door allerlei voorwaarden
  2. in het bezit van een vaste partner
  3. (kookkunst) dikvloeibaar door toevoeging van een verdikkingsmiddel
  4. (taalkunde) niet voorkomend als op zichzelf staande eenheid (d.w.z. als los woord), maar alleen als onderdeel van een woord
    • Een vrij of gebonden morfeem. 
vervoeging van: binden…
geen verbogen vorm

gebonden

  1. voltooid deelwoord van binden