hangkast
Uiterlijk
- hang·kast
- samenstelling van hang en kast
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hangkast | hangkasten |
verkleinwoord | hangkastje | hangkastjes |
- een meubelstuk waarin met kleding hangend kan opbergen
- De jurken en broeken van de vrouw hangen in de hangkast.
- Het woord hangkast staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "hangkast" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be