korzelig
Uiterlijk
- kor·ze·lig
- In de betekenis van ‘ontstemd’ voor het eerst aangetroffen in 1610 [1]
- afgeleid van korzel met het achtervoegsel -ig [2]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | korzelig | korzeliger | korzeligst |
verbogen | korzelige | korzeligere | korzeligste |
partitief | korzeligs | korzeligers | - |
korzelig [3]
- in een wat ontstemde, dysforische, boze, geprikkelde, ongeduldige stemming zijn
- Voor haar stond Jules, de regisseur van de ochtenduitzending, die weer eens als laatste op de redactie verscheen. ` Heb je nog wat?' `Ja,' reageerde Chantal korzelig. Het liefst zou ze hem een lesje willen leren over collegialiteit. Waarom kon hij niet een kwartiertje eerder op zijn werk zijn om haar te helpen een keuze te maken uit het nieuwsaanbod. Met een half oog keek ze naar de andere mails. Was er niets anders gebeurd, iets spectaculairs, waardoor ze het onderwerp Rebeyrat kon laten rusten? Het waren de gebruikelijke afzenders met — waarschijnlijk — hun gebruikelijk saaie berichtjes. [4]
- Volgens het Permanent Hof van Arbitrage in Den Haag kan China geen aanspraak maken op koraalriffen en onbewoonde eilandjes in de Zuid-Chinese Zee. De Filipijnen halen daarmee hun slag thuis. China heeft al korzelig gereageerd op de uitspraak en is niet van plan er rekening mee te houden. 'Ons leger staat klaar om onze soevereiniteit en maritieme belangen te verdedigen', klinkt het.[5]
- tips, gallisch, gecrispeerd, geïrriteerd, humeurig, prikkelbaar, chagrijnig, nors, kribbig, kregel, zuur
1. in een wat ontstemde, dysforische, boze, geprikkelde, ongeduldige stemming zijn
- Het woord korzelig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "korzelig" herkend door:
88 % | van de Nederlanders; |
82 % | van de Vlamingen.[6] |
- ↑ "korzelig" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ korzelig op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Berg, MichaelBlind vertrouwen 2009 ISBN 978-90-443-4330-4 pagina 135
- ↑ de Standaard 12/07/2016
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be