Naar inhoud springen

pivot

Uit WikiWoordenboek
  • pi·vot
enkelvoud meervoud
naamwoord pivot pivots
verkleinwoord

de pivotv / m

  1. (scheepvaart) draaibaar onderstel van een scheepsgeschut


enkelvoud meervoud
pivot pivots

pivot

  1. (techniek), (natuurkunde) draaipunt,  spil zn  [2]
  2. (figuurlijk)  spil zn  [3], iets wat of iemand die centraal staat/een bep. sleutelrol vervult
vervoeging
onbepaalde wijs to  pivot 
he/she/it  pivots 
verleden tijd  pivoted 
voltooid
deelwoord
 pivoted 
onvoltooid
deelwoord
 pivoting 
gebiedende wijs  pivot 

pivot

  1. onovergankelijk, (techniek) om een  spil zn  [2] draaien, pivoteren
  2. overgankelijk, (techniek) voorzien van een een  spil zn  [2]






enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  pivot     le pivot     pivots     les pivots  

pivot m

  1. (techniek): spil, windas
  2. (techniek): tap, taats het punt van een as, dat in een lager draait
  3. (figuurlijk): spil, middelpunt