poelruit

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  poelruit    (hulp, bestand)

• (IPA in voorbereiding)

Woordafbreking

• poel·ruit

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  poel zn  en  ruit zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	poelruit	poelruiten
verkleinwoord	poelruitje	poelruitjes

Zelfstandig naamwoord

de poelruit v / m

1. (bloemplanten) Thalictrum flavum  een overblijvend kruid in de ranonkelfamilie (Ranunculaceae ). De plant komt voor in moerassen, natte graslanden, vochtig rietland en oevers in veenstreken en langs rivieren. De plant kan een hoogte bereiken van 40 tot 100 cm en de bloeitijd strekt zich uit over de maanden juni en juli

Hyperoniemen

• ruit, ranonkelfamilie, zaadplanten, bedektzadigen, landplanten, planten

Gangbaarheid

• Het woord 'poelruit' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

• [1] poelruit in het Nederlands Soortenregister N
• [1] poelruit op Wikidata
• [1] poelruit op "Wilde planten in Nederland en België" ♣