tips

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  tips    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• tips

Woordherkomst en -opbouw

• afgeleid van tip met het achtervoegsel -s

	stellend	vergrotend	overtreffend
onverbogen	tips	tipser	tipst
verbogen	tipse	tipsere	tipste
partitief	tips	tipsers	-

Bijvoeglijk naamwoord

tips

1. korzelig

Zelfstandig naamwoord

de tips mv

1. meervoud van het zelfstandig naamwoord tip

   ▸ Hoe vrouwen het aanpakten tijdens hun menstruatie weet ik niet precies. Er bestaat een speciale PCT-vrouwenfacebookgroep (women of the PCT) waar onderling tips en tricks over dit soort onderwerpen worden gedeeld.

Verwante begrippen

• tippen

Gangbaarheid

• Het woord tips staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "tips" herkend door:

99 %	van de Nederlanders;
99 %	van de Vlamingen.

Noors

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
• IPA: / tips /

Woordafbreking

• tips

Woordherkomst en -opbouw

• Afkomstig van het Engelse woord tip (meervoud: tips).

Naar frequentie	3409

	enkelvoud		meervoud
	onbepaald	bepaald	onbepaald	bepaald
nominatief	tips	tipset	tips	tipsa tipsene
genitief	tips'	tipsets	tips'	tipsas tipsenes

Zelfstandig naamwoord

tips, o

1. hint, tip, wenk

   «For månedens beste tips betaler vi 10.000 kroner.»

   Voor de beste tip van de maand betalen we 10.000 kronen.

2. tip, voorspelling (bij een sportweddenschap)
3. douceurtje, drinkgeld, fooi, tip

Schrijfwijzen

• [1-3]: tipp

Synoniemen

• [1]: hint
• [1]: råd
• [3]: drikkepenger
• [3]: driks

Afgeleide begrippen

• [1-3]: tipse
• [1]: språktips

Typische woordcombinaties

• [3]: få tips
• [3]: gi tips

Zelfstandig naamwoord

tips, mv

1. onbepaalde vorm nominatief meervoud van tips

Nynorsk

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
• IPA: / tips /

Woordafbreking

• tips

Woordherkomst en -opbouw

• Afkomstig van het Engelse woord tip (meervoud: tips).

	enkelvoud		meervoud
	onbepaald	bepaald	onbepaald	bepaald
nominatief	tips	tipset	tips	tipsa

Zelfstandig naamwoord

tips, o

1. hint, tip, wenk
2. tip, voorspelling (bij een sportweddenschap)
3. douceurtje, drinkgeld, fooi, tip

Schrijfwijzen

• [1-3]: tipp

Synoniemen

• [1]: hint
• [1]: råd
• [3]: drikkepengar
• [3]: driks

Afgeleide begrippen

• [1-3]: tipse
• [1]: språktips

Typische woordcombinaties

• [3]: få tips
• [3]: gi tips

Zelfstandig naamwoord

tips, mv

1. onbepaalde vorm nominatief meervoud van tips