veteraan
Uiterlijk
- ve·te·raan
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘oud-militair’ voor het eerst aangetroffen in 1823 [1]
- Oorspronkelijk van Latijnse vetus (oud) met het achtervoegsel -aan [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | veteraan | veteranen |
verkleinwoord | veteraantje | veteraantjes |
de veteraan m
- (militair) een voormalig militair die gevochten heeft, een uitgediend krijgsman
- een ervaren en oud persoon in een bepaald onderwerpgebied, zoals een sporter, geleerde, etc.
1. een voormalig militair die gevochten heeft, een uitgediend krijgsman
2. een ervaren en oud persoon in een bepaald onderwerpgebied, zoals een sporter, geleerde, etc.
- Het woord veteraan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "veteraan" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "veteraan" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ veteraan op website: Etymologiebank.nl
- ↑ www.parool.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be