visstick
Uiterlijk
- vis·stick
- Ontleend aan Amerikaans Engels fish stick, als benaming voor een visproduct dat door het Amerikaanse voedingsbedrijf General_Foods op 22 november 1955 gepatenteerd werd. [1] [2]
- samenstelling van vis zn en stick zn , vanaf 1964 onder het merk Iglo in Nederland op de markt gebracht (zie vindplaats hieronder)
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | visstick | vissticks |
verkleinwoord | - | - |
de visstick m
- (voeding) rechthoekig staafje gefileerde, gepaneerde vis in (1,5 x 3 x 9 cm) geschikt om te bakken of te frituren
- Want Nederlanders eten überhaupt erg weinig vis en schaal- en schelpdieren. Wat we wél eten is zalm, bliktonijn, pangasius en vissticks, schreven onderzoekers van de Universiteit Wageningen in 2014 een artikel over visconsumptie. [3]
- ⧖ De aanwezigen werden tenslotte nog getrakteerd op een nieuw produkt, n.l. de visstick. [4]
1.
|
- Het woord visstick staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "visstick" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
75 % | van de Vlamingen.[5] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ United States Patent and Trademark Office
- ↑ Weblink bron Ute Eberle“The Surprising Success Story of Fish Sticks” (23 april 2021) op hakaimagazine.com
- ↑ Tuenter, G.Scheer noch mes (29 mei 2017) op website: nrc.nl; geraadpleegd 2019-09-11
- ↑ "Wemeldinge. Plattelandsvrouwen" in: Scheldebode jrg. 30 nr. 24 (13 november 1964); p. 4 kol. 2; geraadpleegd 2019-09-11
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Voeding in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 97 %
- Prevalentie Vlaanderen 75 %