weeghaak
Uiterlijk
- weeg·haak
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | weeghaak | weeghaken |
verkleinwoord |
de weeghaak m
- deel van een weegtoestel waaraan men het te wegen object kan hangen
- De biceps is te smal voor een jochie van vier jaar en negen maanden. Jean-Pierre is ondervoed. Zijn moeder trekt hem zijn kleren uit. Hij wordt in een blauwe draagzak gehesen en aan een weeghaak gehangen: 11,5 kilo. 'Nee', zegt iemand, 'dit is niet normaal.' Jean-Pierre zegt niets. Zijn ogen worden steeds groter. [2]
- “De harten lagen uitgesneden naast de tongen, de koppen werden per kilo verkocht, en de ogen die je aankeken vanaf de koperen schaal die aan de hunsel bungelde – zo werd de handzame weeghaak door mijn grootvader genoemd, een verbastering van het woord ‘unster’ – stonden star alsof er diep werd nagedacht voorbij de grenzen van de overal aanwezige dood, een dood die dichter bij het leven stond dan alles wat ik, die nooit een oorlog heb meegemaakt, in mijn leven heb gezien.” [3]
- Het woord weeghaak staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "weeghaak" herkend door:
89 % | van de Nederlanders; |
87 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ de Volkskrant Kees Broere9 februari 2016 De ene helft van Madagaskar is te droog, de andere te nat
- ↑ NRC Stefan Hertmans 25 september 2014 Ilja Leonard Pfeijffer schreef (opnieuw) de mooiste zin van het jaar
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be