zwelling
Uiterlijk
Naar navigatie springenNaar zoeken springen Bestand
- zwel·ling
- Naamwoord van handeling van zwellen met het achtervoegsel -ing.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zwelling | zwellingen |
verkleinwoord | zwellinkje | zwellinkjes |
de zwelling v
- het zwellen
- gezwollen plek
- Kanker uit zich soms in een zwelling.
- ▸ Ik nam snel twee antihistaminepillen in de hoop dat de zwelling weg zou trekken.[1]
- Het woord zwelling staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zwelling" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be