Liberty Island
Eiland van Verenigde Staten | |
---|---|
Locatie | |
Land | Verenigde Staten |
Eilandengroep | Eiland |
Provincie | New York |
Locatie | Haven van New York en New Jersey |
Regio | Hudson County |
Coördinaten | 40°41'24"NB, 74°2'42"WL |
Algemeen | |
Inwoners | 0 |
Omtrek | 5,6809 hectare |
Foto's | |
Liberty Island |
Liberty Island is een klein onbewoond eiland in de Haven van New York en New Jersey gelegen in de monding van de Hudson River. Op het eiland staat het wereldberoemde Vrijheidsbeeld. Het ligt ten zuiden van Ellis Island en heeft een oppervlakte van 5,6809 hectare. Terwijl de eilanden binnen de grenzen van Jersey City liggen zijn ze eigendom van de federale overheid en vallen onder de staat New York.
Op de 11-puntige fundering van het Vrijheidsbeeld stond oorspronkelijk Fort Wood, en het eiland werd informeel Star Fort genoemd. Vanaf het begin van de twintigste eeuw wordt het Liberty Island genoemd, maar door een wet van het Amerikaans Congres werd het eiland in 1956 hernoemd. Het eiland heette het officieel Bedloe's Island, een verbastering van de achternaam van de oorspronkelijke eigenaar Isaac Bedloo.
Geschiedenis
Great Oyster Island
Tijdens de Europese kolonisatie rondom de Hudson rivier, halverwege de 17e eeuw, bestond een groot deel van de westkant van de Bovenbaai van New York uit uitgestrekte oesterbanken die beïnvloed werden door het getij. Deze oesterbanken waren een belangrijke voedselbron voor de Lenape, een groep losjes georganiseerde inheemse volkeren in het in het gebied van de beneden-Hudson en de Delaware. Verschillende eilanden kwamen niet volledig onder water te staan bij vloed. Deze drie eilanden (later bekend als Bedloe's/Love/Liberty, Ellis en Black Tom) werden door de Nederlandse kolonisten van Nieuw-Nederland, de eerste Europese kolonie in de Mid-Atlantische staten, de naam Oyster Islands (Oester Eilanden) gegeven. De oesterbanken zouden bijna drie eeuwen lang een belangrijke voedselbron blijven voor de Lenape. Vanaf de jaren 1870 begon men met landaanwinning, met name door de Lehigh Valley Railroad en de Central Railroad of New Jersey. Dit leidde uiteindelijk tot de vernietiging van de oesterbanken, waarbij één eiland werd overspoeld en de kustlijn veel dichter bij de andere eilanden kwam te liggen.
Bedloe's Island
Na de overgave van Fort Amsterdam door de Nederlanders aan de Britten in 1664, schonk de Engelse gouverneur Richard Nicolls het eiland aan kapitein Robert Needham. Op 23 december 1667 werd het verkocht aan Isaac Bedloe. Het eiland bleef in zijn bezit tot 1732, toen het voor vijf shilling werd verkocht aan de New Yorkse kooplieden Adolphe Philipse en Henry Lane. Tijdens hun eigendom werd het eiland tijdelijk door de stad New York gevorderd om er een quarantainepost te bouwen tegen een pokken uitbraak.
In 1746 kocht Archibald Kennedy (de latere 11e graaf van Cassilis) het eiland en liet er een zomerresidentie bouwen, samen met een vuurtoren. Zeven jaar later werd het eiland in een advertentie beschreven (waarin de benaming "Bedlow's" was veranderd in "Bedloe's", met als alternatieve naam "Love Island") en werd deze te huur aangeboden:
Te huur: Bedloe's Island, alias Love Island, inclusief de woning en vuurtoren, ideaal gelegen voor een herberg, waar alle soorten groenten, gevogelte, enz. gemakkelijk kunnen worden gekweekt voor de scheepvaart naar het buitenland. Bovendien is het een uitstekende locatie voor het transporteren van ingemaakte oesters, en het eiland is rijk aan konijnen.
In 1756 stond Kennedy opnieuw toe dat het eiland werd gebruikt als quarantainepost voor pokken. Op 18 februari 1758 kocht de stad New York het eiland voor £1.000 om het te gebruiken als pesthuis.
Toen de Britse troepen de haven van New York bezetten in de aanloop naar de Amerikaanse Onafhankelijkheidsoorlog, was het de bedoeling dat het eiland gebruikt zou worden voor de huisvesting van loyalistische vluchtelingen die trouw bleven aan de Engelse koning. De gebouwen die voor dit doel waren opgetrokken werden op 2 april 1776 tot de grond toe afgebrand.
Fort Wood
Op 15 februari 1800 droeg de wetgevende macht van de staat New York het eiland over aan de federale overheid voor de bouw van een verdedigingsfort (samen met Governors Island en Ellis Island). In 1806 werd begonnen met de bouw van het fort ter bescherming van de stad New York tegen een mogelijke Britse invasie, die uiteindelijk voltooid zou worden in 1811. Na de Oorlog van 1812 werd het fort Fort Wood genoemd, ter ere van luitenant-kolonel Eleazer Derby Wood, die werd gedood tijdens het beleg van Fort Erie in 1814. Dit beleg was een belangrijke Amerikaanse overwinning tegen Britse troepen aan het einde van de oorlog. De graniete vesting was uitgerust met 24 kanonnen en had de vorm van een 11-puntige ster. Deze 11-puntige ster is nog steeds te herkennen als fundament voor het later gebouwde Vrijheidsbeeld. In de 19e eeuw werd er voorgesteld om een groter fort met 77 kanonnen te bouwen, maar dit werd uiteindelijk nooit gerealiseerd.
In de jaren 1880 werd het fort gezien als een verouderde en achterhaalde vestiging. Het fort werd gekozen als locatie voor het Vrijheidsbeeld. De Derde Franse republiek schonk het Vrijheidsbeeld in 1876 ter ere van de honderjarige onafhankelijkheid van de Verenigde Staten van Amerika. The National Park Sevice nam het beheer van het eiland opzich, waarbij de militaire installatie in 1944 volledig werd verwijderd.
Vrijheidsbeeld
Het standbeeld, genaamd Liberty Enlightening the World[1], was een geschenk van het Franse volk ter gelegenheid van het honderjarige bestaan van de Verenigde Staten. In een overeenkomst door Congres werd afgesproken dat de President van de Verenigde Staten het geschenk zou accepteren en dat het Ministerie van Defensie de bouw van het standbeeld zou faciliteren.
De bouw van het standbeeld werd in juli 1884 in Frankrijk voltooid. In juni 1885 arriveerde het beeld in de haven van New York, na een reis over de Atlantische Oceaan te hebben gemaakt aan boord van het Franse fregat Isère. Tijdens deze reis bestond het beeld uit 350 stukken, verdeeld over 214 kratten. In april 1886 was het nieuwe voetstuk klaar. In een tijdsbestek van 4 maanden werd het beeld weer in elkaar gezet[2].
Op 28 oktober 1886 werd het Vrijheidsbeeld ingehuldigd[3]. Het bestaat geheel uit koperen platen die bevestigd zijn aan een geraamte. Maurice Koechlin, een naaste medewerker van Eiffel, kreeg de leiding bij het vervaardigen van de constructie. De sokkel werd van graniet gemaakt, naar een ontwerp van de Amerikaanse architect Richard Morris Hunt.
Op 15 oktober 1924 werd het standbeeld samen met Fort Wood tot National Monument bestempeld. Het Vrijheidsbeeld werd Statue of Liberty National Monument. In 1935 werd heel Bedlou's Island hieraan toegevoegd en omgedoopt tot Liberty Island.
- ↑ "Liberty Enlightening the World". Washington, D.C.: National Park Service. Archived from the original on January 1, 2020. Retrieved February 12, 2020.
- ↑ (en) Overview + History | Statue of Liberty. Statue of Liberty & Ellis Island. Geraadpleegd op 28 september 2024.
- ↑ "Het nieuws van den dag : kleine courant", Het nieuws van den dag : kleine courant, 25 oktober 1886. Geraadpleegd op 28 september 2024.