Naar inhoud springen

Elosaurus

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Elosaurus
Status: Uitgestorven, als fossiel bekend
Het gereconstrueerde CMNH 566
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Reptilia (Reptielen)
Superorde:Dinosauria (Dinosauriërs)
Orde:Saurischia
Onderorde:Sauropodomorpha
Familie:Diplodocidae
Onderfamilie:Diplodocinae
Geslacht
Elosaurus
Gilmore & Peterson, 1902
Typesoort
Elosaurus parvus
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Dinosauriërs

Elosaurus is een geslacht van plantenetende sauropode dinosauriërs, behorend tot de Neosauropoda, dat tijdens het late Jura leefde in het gebied van het huidige Noord-Amerika. De enige benoemde soort is Elosaurus parvus.

Vondst en naamgeving

[bewerken | brontekst bewerken]

In 1900 vond Charles Whitney Gilmore in Quarry E bij de Sheep Creek in Albany County, Wyoming vier skeletten van sauropoden, waarvan het eerste, UWGM 15556 (eerder CMNH 563), door John Bell Hatcher aan Brontosaurus excelsus werd toegewezen en het tweede, CMNH 566, van een juveniel dier, in 1902 door Gilmore en Olaf Peterson tot een nieuw geslacht en soort werd gemaakt: Elosaurus parvus. De twee andere skeletten, CMNH 21785 en CMNH 33994, waren fragmentarischer.

De geslachtsnaam is afgeleid van het Oudgrieks ἕλος, helos, "moeras". De naam is een verwijzing naar het vermeende verblijven in moerassen van de Sauropoda — in feite waren het gespecialiseerde landdieren — maar ook een toespeling op de naam van de enkele jaren daarvoor overleden professor Othniel Charles Marsh. Dat de h wegviel, was vrij gebruikelijk in combinaties met dit woord. De soortaanduiding betekent "de kleine" in het Latijn.

Het holotype, CMNH 566, is gevonden in een laag van de middelste Morrisonformatie die dateert uit het late Kimmeridgien. Het bestaat uit een gedeeltelijk skelet zonder schedel. Bewaard zijn gebleven: een wervelboog van een halswervel, een wervelboog van een ruggenwervel, twee mogelijke sacrale wervels, het rechterschouderblad, beide opperarmbeenderen, de rechterellepijp, een stuk van het darmbeen, een stuk van het schaambeen, het rechterdijbeen, en het linkerkuitbeen.

Jarenlang werd er weinig aandacht aan de soort besteed. Men zag haar als een jonger synoniem en jong van Brontosaurus excelsus/Apatosaurus excelsus. In 1999 echter concludeerde John Philip Currie dat CMNH 566 het jong was van UWGM 15556. Het juveniele en volwassen exemplaar zouden dus unieke kenmerken delen die wezen op een aparte soort, een Apatosaurus parvus, zoals bevestigd werd door Paul Upchurch in 2004. UWGM 15556 is een uitzonderlijk compleet skelet dat echter de schedel mist. In 2015 stelde een studie dat Brontosaurus van Apatosaurus gescheiden moest worden en dat CMNH 566 zich op de brontosaurustak bevond als een Brontosaurus parvus. Specimina BYU 1252 en BYU 18531, uit de Mill Canyon Quarry en de Moab Quarry van Utah, werden provisorisch aan deze soort toegewezen.

UWGM 15556

Het holotype van Elosaurus betreft een klein dier van maar een zes meter lengte. De volwassen lengte was echter aanzienlijk groter.

Een afgietsel in het Tellus Science Museum

In 2015 werd een reeks van negen onderscheidende kenmerken vastgesteld. Dit waren autapomorfieën, unieke afgeleide eigenschappen. Het doornuitsteeksel van de tweede halswervel, de draaier, bevindt zich geheel vóór de facetten van de voorste gewrichtsuitsteeksels. De doornuitsteeksels van de halswervels zijn niet gevorkt en verbreden zich overdwars naar boven toe. De achterste halswervels hebben een extra richel die de richel tussen het voorste gewrichtsuitsteeksel en het doornuitsteeksel verbindt met de richel tussen het achterste gewrichtsuitsteeksel en de diapofyse. De voorste ruggenwervels hebben een inkeping tussen hun gevorkte doornuitsteeksels die onder de metapofysen een V-vormige doorsnede overdwars bezit. Bij de middelste ruggenwervels is de hoogte van de wervelboog boven het niveau van de achterste gewrichtsuitsteeksels minder dan 2,1 maal groter dan de hoogte van het voetstuk van de wervelboog. Bij de middelste en achterste ruggenwervels hebben de zijuitsteeksels bovenop een bult of spoor. Dit kenmerk ontbreekt bij het jeugdige holotype. Bij de achterste ruggenwervels zijn richels tussen het doornuitsteeksel en de voorste gewrichtsuitsteeksels sterk gereduceerd. De voorste staartwervels missen op de onderkant onregelmatig geplaatste aderkanalen. Het dijbeen heeft een ronde in plaats van ovale doorsnede.

Bij de achterste ruggenwervels loopt de richel tussen het doornuitsteeksels en het voorste gewrichtsuitsteeksel niet ver naar voren door. Het juveniele dier heeft een gereduceerde vierde trochanter op het dijbeen; bij het volwassen dier zou dit uitgroeien. Andere jeugdige kenmerken zijn een geringe ontwikkeling van de richels op de halswervels, het ontbreken van pneumatoporen in de ruggenwervels, het niet vergroeid zijn van de wervelbogen met de centra, en slecht ontwikkelde aanhechtingsvlakken voor de musculatuur van het opperarmbeen en het dijbeen.

De centra van de achterste ruggenwervels zijn breder dan hoog. De richel bij het akromion en de schacht van het schouderblad maken een rechte hoek met elkaar. De drie bovenste uitsteeksels van de ellepijp hebben een ongelijke hoogte. De ruggenwervels hebben gepaarde pneumatische openingen, dus in iedere pleurocoel een.

Elosaurus behoort tot de Diplodocidae en vermoedelijk tot de Apatosaurinae. Dit werd bevestigd door de studie uit 2015 waarin de soort uitviel als de zustersoort van Eobrontosaurus.

 Diplodocidae 

Amphicoelias altus




 Apatosaurinae 

Basale apatosaurine exemplaren





Apatosaurus ajax



Apatosaurus louisae





Brontosaurus excelsus




Brontosaurus yahnahpin (= Eobrontosaurus)



Brontosaurus parvus (= Elosaurus)







 Diplodocinae 

Basale diplodocine exemplaren




Tornieria africana





Supersaurus lourinhanensis (= Dinheirosaurus)



Supersaurus vivianae





Leinkupal laticauda




Galeamopus hayi





Diplodocus carnegii



Diplodocus hallorum





Kaatedocus siberi



Barosaurus lentus











  • Peterson, O.A., Gilmore, C.W., 1902, "Elosaurus parvus, a new genus and species of Sauropoda", Annals of the Carnegie Museum 1: 490-499