Ferdinand d'Aspremont-Lynden
Ferdinand d'Aspremont-Lynden (?, 1611- Rekem, 24 juli 1665) was graaf van het rijksgraafschap Rekem van 1636 tot aan zijn dood. Hij huwde in 1643 met gravin Elisabeth van Fürstenberg, landvrouwe van Bar (overleden 15 september 1662), zuster van Frans Egon van Fürstenberg, prinsbisschop van Straatsburg. Hij volgde zijn vader Ernest d'Aspremont-Lynden op. Hij was een lid van het geslacht d'Aspremont-Lynden.
Ferdinand was kamerheer en raadsheer van keizer Leopold I van het Heilige Roomse Rijk.
Het echtpaar had zestien kinderen: vier zonen en twaalf dochters. Na vijf jaar huwelijk had het echtpaar nog geen zoon. Zij gingen in 1648 op bedevaart naar het graf van hun vermeende voorvader Gobert d'Aspremont († 1263) in de abdij van Villers en hun gebed werd verhoord. Hij was ridder, kruisvaarder die aan de Albigenzenkruistochten deelnam en monnik in de abdij van Villers. Ze noemden hun eerstgeboren zoon Maximiliaan Frans Gobert. Alle afstammelingen van Ferdinand die na 1648 zijn geboren, dragen in hun naam ofwel Gobert of Gobertine mee.
Hun grafsteen bevond zich oorspronkelijk in de kerk van het Norbertinessenklooster te Rekem om later op het kerkhof daar te belanden. In 1963 verhuisde de grafsteen naar de Museumkerk Sint-Pieter in Rekem.
In de rand van de grafsteen zijn de wapenschilden van de voorouders van Ferdinand en Elisabeth te zien. Elisabeth wordt op de grafsteen als Isabella vermeld, de Spaanse variant van haar voornaam. Gezien de datum van overlijden van Ferdinand niet op de grafsteen is vermeld, heeft de graaf voor zijn afsterven opdracht gegeven om hem op te richten. Ook de vier gestorven dochters zijn voor haar in het graf begraven. Ferdinand en Elisabeth vonden hun laatste rustplaats in het verdwenen Norbertinessenklooster te Rekem.
Ferdinands zuster Isabelle Henriette van Tilly d'Aspremont-Lynden van Reckheim was vrouwe abdis van de abdij van Munsterbilzen. Bij de dood van Ferdinand werd zij, samen met Frans Egon van Fürstenberg, de broer van zijn vrouw, aangesteld tot voogd van het rijksgraafschap gezien Ferdinands kinderen nog minderjarig waren.[1]
- ↑ Raphaël Verbois (pagina 61). Geschiedenis van Rekem en zijn keizerlijk graafschap. Gemeentebestuur van Rekem.