Katholieke Universiteit van Mechelen
De Katholieke Universiteit van Mechelen, officieel Universitas Catholica Belgii (Katholieke Universiteit van België), was in 1834-1835 in Mechelen de eerste fase van de universiteit die één jaar later definitief naar Leuven verhuisde als Katholieke Universiteit Leuven, en in 1969 splitste naar de huidige Nederlandstalige universiteit en de Franstalige Université catholique de Louvain.
Deze Franstalige universiteit werd op 8 november 1834 opgericht door de bisschoppen van België, volgens een brief van Paus Gregorius XVI gegeven op 13 december 1833. De eerste rector was priester Pierre François Xavier de Ram. Op 1 december 1835 gingen de Belgische bisschoppen in op een uitnodiging van het stadsbestuur van Leuven en verhuisde de Katholieke Universiteit naar Leuven, waar net de Rijksuniversiteit Leuven was afgeschaft.
Het oproer van 1834
[bewerken | brontekst bewerken]De aankondiging van de oprichting van de Katholieke Universiteit van Mechelen door de bisschoppen veroorzaakte ernstig oproer in de steden Gent, Leuven en Luik die vreesden dat het openbaar onderwijs in het gedrang zou komen.[1]
De oprichting van de Université libre de Bruxelles in 1834 door leden van Brusselse vrijmetselaarsloges was een reactie op de stichting in Mechelen.
Professoren
[bewerken | brontekst bewerken]De universiteit, die zich beperkte tot het doceren van theologie en wijsbegeerte, telde bij de aanvang de volgende professoren:
- Jean Mathieu Thiels, decaan van de faculteit en hoogleraar dogmatiek.
- Jean Baptiste Verkest, hoogleraar moraal.
- Jean Baptiste Annocqué, secretaris van de faculteit, docent prolegomena Heilige Schrift.
- Henri Guillaume Wouters, hoogleraar kerkgeschiedenis.
- Pierre François Xavier de Ram, rector, docent kerkelijk recht.
- graaf Charles de Coux (1787-1864), voormalig medewerker van Lamennais, hoogleraar staathuishoudkunde.
De Ram zorgde ook voor een cursus in het Nederlands, gewijd aan Nederlandse literatuur.
Studenten
[bewerken | brontekst bewerken]- De cursussen in de faculteit theologie werden gevolgd door negentien studenten, afkomstig uit de zes Belgische bisdommen.
- Het Filosofisch college telde een zestigtal studenten: veertig internen en twintig externen.
Lokalen
[bewerken | brontekst bewerken]De cursussen werden gegeven in het voormalig aartsbisschoppelijk paleis.
Bibliografie
[bewerken | brontekst bewerken]- Pieter Dhondt, 'Strijd voor het behoud. Onrust aan de Leuvense rijksuniversiteit', Mark Derez e.a. (red.), Vrijgevochten stad. Leuven en de Revolutie van 1830-1831, Leuven: Uitgeverij Peeters, 2006, p. 75-89.
- Pieter Dhondt, Un double compromis. Enjeux et débats relatifs à l'enseignement universitaire en Belgique au XIXe siècle, Gent: Academia Press, 2011.
Noten
[bewerken | brontekst bewerken]- ↑ John Bartier, Libéralisme et socialisme au XIXe siècle, Guy Cambier (red.), Brussel: Université libre de Bruxelles, 1981, p. 17.
Zie ook
[bewerken | brontekst bewerken]- Geschiedenis van de instelling na 1835 en haar splitsing:
- Eerdere universiteiten in Leuven:
- Leuvense universiteiten